Home » Opvoedtips »
Elk kind heeft momenten waarop het onzeker is of twijfelt aan zichzelf. Maar soms zie je als ouder dat je kind structureel negatief over zichzelf denkt. Dit kan zich uiten in somberheid, teruggetrokken gedrag of zelfs in het vermijden van nieuwe uitdagingen. Een negatief zelfbeeld heeft grote invloed op het welzijn van je kind, zowel thuis als op school. In dit artikel leg ik uit hoe je een negatief zelfbeeld bij je kind herkent en geef ik praktische stappen om je kind te helpen weer positief naar zichzelf te kijken.
Kenmerken van een negatief zelfbeeld bij kinderen
Een negatief zelfbeeld is niet altijd direct zichtbaar. Vaak uit het zich in kleine signalen of gedragingen die je als ouder misschien niet meteen herkent als onzekerheid. Let op de volgende kenmerken:
- Je kind praat negatief over zichzelf: ‘Ik kan dat toch niet’, ‘Ik ben dom’, ‘Niemand vindt mij leuk’.
- Je kind durft geen nieuwe dingen te proberen uit angst om te falen.
- Je kind vergelijkt zichzelf vaak met anderen en vindt zichzelf minder goed of minder leuk.
- Je kind reageert snel boos of verdrietig als iets niet lukt.
- Je kind trekt zich terug, speelt minder met anderen of wil niet meer naar school of de BSO.
- Je kind heeft moeite met complimenten aannemen en wuift positieve opmerkingen weg.
Herken je deze signalen bij je kind? Dan is het belangrijk om hier samen mee aan de slag te gaan. Hieronder vind je een stappenplan dat je hierbij kan helpen.
1. Ga in gesprek met je kind
Het begint met luisteren. Geef je kind de ruimte om te vertellen wat het voelt en denkt, zonder oordeel of snelle oplossingen. Stel open vragen en laat merken dat je er voor je kind bent.
Laat je kind merken dat het veilig is om gevoelens te delen. Probeer niet meteen te corrigeren of te overtuigen, maar luister vooral.
2. Benoem kwaliteiten en successen
Kinderen met een negatief zelfbeeld zien vaak alleen wat er niet goed gaat. Help je kind om ook te kijken naar wat wel lukt en waar het goed in is. Benoem deze kwaliteiten concreet en oprecht.
Vraag je kind ook zelf om na te denken over dingen die goed gingen. Dit helpt om het eigen beeld positiever te maken.
3. Help je kind om anders te denken
Negatieve gedachten zijn vaak hardnekkig. Samen kun je oefenen om deze gedachten te herkennen en te vervangen door helpende gedachten. Dit heet ook wel ‘omdenken’.
Maak duidelijk dat fouten maken mag en dat leren juist betekent dat het soms niet meteen lukt.
4. Geef het goede voorbeeld
Kinderen leren veel door te kijken naar hun ouders. Wees daarom ook mild voor jezelf en laat zien dat jij ook fouten maakt en daarvan leert.
Laat merken dat het oké is om niet alles in één keer goed te doen.
5. Maak samen kleine stappen
Grote veranderingen kosten tijd. Stel samen haalbare doelen en vier kleine successen. Dit geeft je kind vertrouwen en laat zien dat het wél dingen kan.
Bedenk samen hoe je omgaat met tegenslagen en spreek af dat fouten maken erbij hoort.
Wanneer schakel je hulp in?
Soms merk je dat je kind ondanks jouw steun vast blijft zitten in negatieve gedachten. Of je merkt dat het gedrag steeds meer invloed krijgt op school, thuis of in contact met anderen. In dat geval kan het helpend zijn om samen met een kindercoach te kijken wat je kind nodig heeft om weer in zichzelf te geloven.
Kindercoaching is kortdurend en oplossingsgericht. Samen werken we aan het versterken van het zelfvertrouwen van je kind, zodat het weer blij en tevreden kan zijn: thuis én op school.
Onthoud: een negatief zelfbeeld is niet iets wat je kind expres doet. Het is een signaal dat het zich onzeker voelt en jouw steun nodig heeft. Door samen te werken aan een positiever zelfbeeld help je je kind om weer goed in zijn of haar vel te zitten. Dat is de basis voor groei, plezier en een fijne sfeer thuis.
